We zoeken vaak naar iets wat al in ons aanwezig is. Deze les herinnert ons eraan dat vrede, licht en heelheid niet iets zijn wat we pas in de toekomst kunnen vinden, maar iets wat nú al in ons leeft. Het is ons erfgoed – niet als beloning, maar als oorsprong.
De vrede van God is geen droom, geen verlossing in een verre toekomst. Ze straalt in ons, hier en nu, en het enige wat nodig is om die vrede te ervaren, is bereidheid om naar binnen te kijken. Want dáár begint alle werkelijke visie. Wat we waarnemen, komt voort uit hoe we kijken – en hoe we kijken komt voort uit wat we in onszelf herkennen.
Zolang we denken dat we afgescheiden zijn van God, van elkaar, van licht, blijven we zoeken in de wereld buiten ons. Maar het licht waarmee we werkelijk kunnen zien, is het licht in onszelf. En dat licht is niets anders dan de vrede die uit liefde voortkomt. Niet als een gevoel dat soms opkomt, maar als een constante aanwezigheid – stil, zacht en sterk.
Wanneer we ons met deze vrede verbinden, kunnen we niet anders dan haar delen. Dan zegenen we als vanzelf alles wat leeft, omdat we ons verbonden voelen met alles wat leeft. Het idee van vijanden of schuld valt weg. We zien anderen niet langer als bedreiging of oorzaak van pijn, maar als deel van onszelf. Door te vergeven – door het verhaal over de ander los te laten – laten we ook ons eigen pijnverhaal los.
Onze gedachten kunnen dolen, afdwalen, zich vastklampen aan wereldse verlangens. Maar elke gedachte die we terugbrengen naar het licht van vrede, wordt als het ware geheeld en hersteld in zijn oorspronkelijke helderheid. En daarmee wordt ook onze eigen denkgeest geheeld.
Dit is wat werkelijke genezing is: het herstellen van onze waarneming in lijn met de waarheid die al in ons aanwezig is. Dan herinneren we ons wie we zijn. Dan stralen we vrede uit, niet omdat we ‘goed bezig zijn’, maar omdat we in contact zijn met wat al waar is.
We kiezen ervoor om de wereld onschuldig te zien. En dat is geen naïviteit – het is visie. Het is de keuze om niet langer de droom van zonde, pijn en afscheiding te voeden. Want wat we in de wereld waarnemen, is de spiegel van onze innerlijke staat. Als we vrede in onszelf toelaten, wordt de wereld een plek van zachtheid, licht en vergeving.
De vrede van God straalt nu in mij.
Laat in die vrede al wat leeft zijn stralen op mij werpen,
en laat mij alles zegenen met het licht in mij.