Les 187 – Ik zegen de wereld, want ik zegen mijzelf

Zegenen is jezelf herinneren
Wat je in liefde geeft, geef je aan jezelf. Door te zegenen, zie je de wereld en jezelf zoals je werkelijk bent: onschuldig en heel. Zo verdwijnt elk idee van verlies of offer, en groeit de liefde waar je haar deelt.

Werkelijke overvloed begint van binnen. Wat je innerlijk als waar aanvaardt, kun je delen zonder dat het minder wordt. Sterker nog: het groeit. Deze les laat zien dat geven niet betekent dat je iets kwijtraakt, maar juist dat je bevestigt dat je het hébt. Alleen dat wat jij al bezit, kun je immers geven.
In de wereld geloven we dat je na geven iets armer bent, iets kwijt bent. Maar in werkelijkheid maakt geven je rijker, juist omdat je deelt wat niet begrensd is: liefde, vergeving, vrede, inzicht. Deze worden sterker wanneer ze gedeeld worden, en elke keer dat je ze geeft, versterk je hun aanwezigheid in jezelf. Je kunt dus alleen zegenen als je jezelf als gezegend herkent. In wezen bén jij die zegen al, en als je die toelaat in jezelf, kun je haar ook in anderen zien.De wereld is geneigd te denken in opoffering, verlies, ongelijkheid. Maar elk idee van ‘ik geef iets op’ is geworteld in het idee dat jij gescheiden bent van de ander. Deze les nodigt uit om dat los te laten. Zegenen is geen offer. Het is geen gunst. Het is een herinnering aan wat er in waarheid al is – in jou én in de ander. Door te zegenen hef je het idee van afgescheidenheid op, en breng je liefde en eenheid terug in je waarneming.

Elke keer dat je vanuit oprechtheid iets geeft – aandacht, zachtheid, vergeving – geef je dat aan jezelf. Wat je in een ander ziet, zie je in jezelf weerspiegeld. Door zegenend te kijken, herinner je je wie je bent: onschuldig, heel, verbonden. Angst verdwijnt, de wereld wordt vriendelijk, en je voelt dat je thuiskomt in iets dat veel groter is dan jouw kleine ik.
Dit is de ware betekenis van geven: herkennen dat er geen verschil is tussen jou en de ander. In die herkenning valt de angst voor God, voor liefde, voor grootsheid weg. Wat je werkelijk bent, begint te stralen in alles om je heen. Je legt lelies van zachtheid op je innerlijke altaar, dat niet alleen voor jou is, maar voor iedereen die jij als jezelf herkent.