God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
(169) Door genade leef ik. Door genade word ik vrij.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
(170) Er schuilt geen wreedheid in God en evenmin in mij.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
Door genade leef ik
Genade is geen beloning, geen iets dat we verdienen. Het is de vrije gave van Gods Liefde, die ons boven de wereld van angst en haat uittilt. We kunnen genade niet leren of begrijpen, maar we kunnen ons er wel op voorbereiden. Door vergeving, overgave en bereidheid wordt de denkgeest ontvankelijk, stil en open – klaar om genade te ontvangen.
Wanneer genade komt, beseffen we even dat er geen tijd is, geen afscheiding, geen wereld zoals wij die dachten te kennen. Alleen ‘God is’, en in dat besef verdwijnen woorden en grenzen. In zo’n heilig ogenblik vangen we een glimp op van de Eenheid waar we werkelijk thuishoren. We brengen die ervaring terug naar de wereld, als zegen voor anderen die zich het Licht nog niet herinneren.
“Door genade leef ik. Door genade word ik vrij. Door genade geef ik. Door genade maak ik vrij.”
In plaats van wreedheid kies ik voor liefde
Zolang we ons verdedigen, blijven we geloven dat er iets buiten ons is dat ons kan bedreigen. Maar dat is de kern van het misverstand. Verdediging maakt angst juist werkelijk. Aanvallen, in welke vorm ook, is altijd bedoeld om te kwetsen – zelfs als we dat ‘zelfbescherming’ noemen.
Achter al onze wapens schuilt maar één angst: de angst voor God Zelf. De waanzinnige gedachte dat Liefde wreed zou zijn, en dat we ons moeten verdedigen tegen onze eigen Bron. Maar vandaag kijken we daar eerlijk naar en kiezen opnieuw.
We leggen onze afgoden neer – de denkbeelden die we als bescherming aanbaden. En in die keuze maken we ruimte voor Liefde. Dan worden onze ogen het zicht van Christus, onze stem de echo van Gods Stem, en onze vrede wordt onwankelbaar. We herinneren ons eindelijk weer wie we zijn.
“We kiezen opnieuw en maken onze keus voor al onze broeders, wetend dat zij één met ons zijn.”