God is louter LIefde en dus ben ik dat ook
159: Ik geef de wonderen die ik ontvangen heb
God is louter LIefde en dus ben ik dat ook
160: Ik ben thuis. Angst is de vreemdeling hier.
God is louter LIefde en dus ben ik dat ook
We kunnen niets geven wat we niet zelf ontvangen hebben. Maar in de Hemel betekent geven niet dat je iets kwijtraakt, integendeel: je ervaart dat je bezit door te delen. Genezing geef je doordat je genezen bent. Vergeving geef je als je hebt erkend dat vergeving in jou is. En wonderen geef je moeiteloos weg, als vanzelf, omdat ze al in jou zijn opgeslagen. Zo ontdek je dat je schatkamer vol is – en dat die voller wordt naarmate je meer weggeeft.
De visie van Christus maakt dit alles mogelijk. Ze kijkt voorbij het lichaam, voorbij schuld, en ziet louter heiligheid. Ze komt voort uit liefde die nooit verdwenen is, alleen verborgen was. Ze laat ons de werkelijke wereld zien, een weerspiegeling van de Hemel – zacht, vergevend, verlichtend. Dit is het wonder dat alle andere mogelijk maakt.
Jij draagt deze visie met je mee. Ze is de brug tussen de aarde en de Hemel. En jij kunt haar delen. Je geeft haar door je broeder te zien zoals Christus hem ziet – onschuldig, heel, gelijk aan jou. En zo herinner jij je ook jezelf: als Zoon van God, thuis in Hem.
Maar zolang je angst uitnodigt, vergeet je dat je thuis bent. Dan lijkt het alsof jij een vreemdeling bent in je eigen huis. Angst doet alsof zíj daar thuishoort, en alsof jij een buitenstaander bent. En zolang je haar gelooft, voel je je verdwaald, ontheemd, onzeker.
Toch is de waarheid onveranderd: jij bent niet vreemd aan God, en Hij is jou niet vreemd. Je Zelf woont nog steeds thuis, veilig in Hem. Wanneer je je broeders verwelkomt zoals Christus dat doet, keer je terug. Je herinnert je wie je bent, en dat je hier thuishoort.
Vandaag oefenen we dat diepe besef:
We danken vandaag dat we mogen geven en ontvangen, en dat we thuishoren in de liefde die nooit verdwenen is.