Hoe herken je codependency

Codependency (of wederzijdse afhankelijkheid in het Nederlands, al dekt dat de lading niet helemaal) gaat over een ongezonde vorm van afhankelijkheid in relaties. Het komt vaak voor bij mensen die sterk gericht zijn op de ander en daarbij hun eigen behoeften, grenzen of gevoelens uit het oog verliezen.
In de praktijk uit codependency zich bijvoorbeeld zo:

  • Je voelt je verantwoordelijk voor het welzijn van de ander.
    Je probeert die persoon te redden, te helpen of te kalmeren, zelfs als dat ten koste van jezelf gaat.
  • Je stemt voortdurend af op de stemming van de ander. Als die boos of verdrietig is, voel jij je onrustig of schuldig.
  • Je hebt moeite om ‘nee’ te zeggen of je eigen grenzen aan te geven, uit angst voor afwijzing of ruzie.
  • Je zelfbeeld hangt af van hoe de ander jou ziet of behandelt. Je voelt je goed als de ander tevreden is, en waardeloos als dat niet zo is.
  • Je verwart liefde met zorgen voor. Er kan een patroon ontstaan van aantrekken en afstoten, waarbij je blijft proberen de ander te ‘fixen’.

De kern is dat je de focus van binnen naar buiten verplaatst: je bent vooral bezig met hoe het met de ander gaat, en minder met wat jij zelf voelt of nodig hebt.
Het ontstaat vaak bij mensen die in hun jeugd geleerd hebben dat liefde of waardering samenhangt met “braaf zijn”, aanpassen, of de harmonie bewaren. Daardoor wordt zorgzaamheid een overlevingsstrategie.